Petra: “Ik wil een stem hebben voor degenen die dat niet goed kunnen”
Het is deze week de Week tegen de Kindermishandeling. Een week die in het teken staat om samen de veiligheid van kinderen te vergroten. Want gemiddeld gezien zit in elke schoolklas één kind dat slachtoffer is van mishandeling. En dat is er één te veel. Wij spreken met Petra van den Hout, vroeger zelf slachtoffer. Nu is Petra een opgeleide ervaringsdeskundige voor Amarant. “Ik heb al het negatieve om weten te zetten naar het positieve.”
Opgeleid tot ervaringsdeskundige
Petra (42) is sinds 2016 ervaringsdeskundige. “Ik ben er ingerold, omdat mijn dochter jarenlang begeleiding kreeg vanuit Amarant.” Petra ging in gesprek met mensen en kreeg de kans om deze opleiding te volgen, omdat ze haar geschikt vonden na alles wat ze had meegemaakt.
“Ik vind mijn werk als ervaringsdeskundige heel leuk om te doen. Ik haal er voldoening uit als ik iemand kan helpen of mee kan denken in bepaalde situaties. Het is fijn om naast iemand te staan en vanuit mijn eigen ervaringen mensen te kunnen helpen en te inspireren. Ik doe altijd alles met hart en ziel. Ik wil een stem hebben voor degenen die dat niet goed kunnen.”
Toen ik 6 jaar was, had ik mijn eerste klap te pakken als ik iets niet goed deed.
Mishandeling en misbruik
Petra had geen makkelijke jeugd. Haar vader overleed toen ze nog geen 4 jaar was. Daarna begon de ellende, zoals ze het zelf zegt, toen haar moeder een nieuwe relatie kreeg. “Toen ik 6 jaar was, had ik mijn eerste klap te pakken als ik iets niet goed deed. Ik kon in zijn ogen nooit iets goeds doen. Die mishandeling was niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. En daar bleef het niet bij. Naderhand werd het ook misbruik.”
Dit duurde tot en met haar elfde verjaardag. De meest zwarte dag van mijn leven was de dag van de geboorte van mijn stiefbroertje. Toen moest ik allemaal handelingen verrichten bij mijn stiefvader. En toen ik weerstand bood en uit bed ging, sloeg hij mij tegen de kast omhoog.” Een traumatische ervaring. Jarenlang mishandeling en misbruik. En sommige momenten zijn voor Petra een zwart gat.
Pestgedrag
Ze weet nog goed dat ze een feestje had vroeger van haar beste vriendin, waar ze dan zou blijven slapen. Van haar moeder mocht ze gaan, van haar stiefvader niet. “Hij mishandelde mij in de auto op weg er naar toe. Op het feestje kon ik het niet meer verbergen. De vader van mijn vriendinnetje was politieagent en ik barstte in tranen uit. Ik won ook het respect van mijn klasgenoten en het pesten stopte.” In haar klas wel, daaromheen niet. “Voor mij was pesten maar heel normaal. Want ja, thuis werd ik ook geslagen.”
Op haar elfde werd Petra uit huis geplaatst. Ze ging naar een leefgroephuis (nu: woonvoorziening). Daar leerde ze normen en waarden kennen. Kreeg ze knuffels, complimenten en kon ze zich ook ‘gewoon’ kind voelen. In weekenden en in vakanties ging ze nog wel naar huis en daar ging het mishandelen gewoon door. Dat werd mondjesmaat ook duidelijk bij haar begeleiders in het leefgroephuis.
De druppel
Eén weekend was Petra thuis en voelde zich ziek. “Toen ik naar beneden ging, was hij met mijn moeder bezig. En zij hadden ook ruzie. Toen hij mij zag, gooide hij een grote glazen asbak naar mij toe. Ik zat onder het bloed en vluchtte naar mijn tante.” Een dag later ging ze terug naar haar begeleiding en toen wilde haar stiefvader excuses aanbieden.
Petra beet van zich af. “Ik zei toen: ‘Ik hoef jouw excuses niet. Jij hebt mij pijn gedaan. Ik ben bont en blauw en je hebt me voor schut gezet. En je hebt mijn moeder pijn gedaan’.” Dat was het begin naar een betere toekomst voor haar. Langzaamaan.
Op een gegeven moment kon ik niet meer. Ik was doodop. Mijn verhaal moest naar buiten.
Politie
Ze haalde diploma’s, ondanks de zorgen om haar zieke moeder en de zorg voor haar broertje. Ze ging naar de kappersschool, deed het huishouden. En dat terwijl ze zelf op omvallen stond. “Op een gegeven moment kon ik niet meer. Ik was doodop. Mijn verhaal moest naar buiten. Ik ben het gaan vertellen. Samen met mijn begeleiding naar de politie gegaan, ondanks dat het verjaard was. Het was doodeng. Mijn moeder wist nu alles en de angst viel van mij af.”
Therapie
Daarna liep ook niet alles op rolletjes, omdat Petra’s ex haar ook mishandelde en ze een miskraam had. Ze zag geen uitweg. Ze wilde niet dood, maar ze wilde gewoon rust in haar hoofd. Via de buren is ze toen terechtgekomen in het ziekenhuis. “Het gesprek bij de psychiater in het ziekenhuis heeft mij enorm geholpen. Hij zag een totaal gebroken persoon zitten die getekend is voor het leven. De psychiater wist na een kort gesprek wat ik nodig had. Toen ben ik doorverwezen naar het GGZ, waar ik diverse therapieën heb gekregen.”
Behalve deze professionele hulp is Petra ook dankbaar voor haar moeder, haar vriendinnen, familie en ambulante begeleiding vanuit het leefgroephuis. “Zij hebben mij ook geholpen om er sterker uit te komen. En daarnaast is mijn dochter Joëlla een cadeautje!”
Coach vanuit Amarant
“Op dit moment gaat het goed met mij, buiten mijn lichamelijke klachten na. Het werken voor Amarant zorgt ervoor dat ik voldoening heb en mij nuttig voel op een dag.” Lucienne Broos, jobcoach en trajectbegeleider, is nu vier jaar coach van Petra. “Ik ben een luisterend oor voor haar, we maken presentaties en we gaan bijvoorbeeld samen naar studiedagen met andere ervaringsdeskundigen in Brabant.” Petra is blij met de hulp van Lucienne.
“Lucienne introduceert mij binnen Amarant bij verschillende teams zoals bijvoorbeeld Ouder-kind. Ze kijkt met mij naar mogelijkheden. Wat kan ik wel? Ook beheert Lucienne mijn agenda en zorgt ervoor dat mijn werkweek goed te doen is. Ook vind ik het belangrijk dat ze een goede klik met mijn dochter heeft.”
Als ik maar één kind of persoon kan helpen, dan is voor mij de samenwerking al geslaagd.
Dromen
Petra hoopt in de toekomst nog veel meer te kunnen werken bij Amarant. “Ik wil nog meer papiertjes halen en zo werken in de zorg. Zoals mijn stiefoma op haar sterfbed ook zei. ‘Jij gaat de zorg in, want jij gaat hier uit komen!’ Ik ga mijn dromen achterna. Ik gun dat al die slachtoffers ook. Dat ze hun dromen kunnen najagen, in een zorgeloos leven. Én ik hoop nog meer moeders of ouders, hun kinderen en ook medewerkers te helpen. Ik kan er voor iedereen zijn! Als ik daar maar één kind of persoon mee kan helpen, dan is zo'n samenwerking voor mij al geslaagd.”
Praat met elkaar
Wat kunnen andere mensen (op school) doen om signalen van mishandeling op te vangen? “De vraag achter de vraag durven te stellen, niet bang zijn om een vraag te stellen. Observeer het kind en durf met de ouder in gesprek te gaan. De ander zien is heel belangrijk.” Dat ontbrak bij mij. Ik zag er regelmatig verwaarloosd uit op school, maar nooit is iemand iets blijkbaar opgevallen. Daarom sluit Petra af: “Zorg voor elkaar, zie elkaar, praat met elkaar en durf die helpende hand te bieden.”
Meer informatie
Laat ‘Praat met elkaar’ nu net het thema zijn van deze Week tegen de Kindermishandeling. Meer informatie hierover: www.weektegenkindermishandeling.nl. Ook kun je via de website van het Expertisecentrum Huiselijk geweld en kindermishandeling meer informatie vinden.